“Mijn kind en ik keken samen naar het nieuws en zagen een gebeurtenis waarbij iemand dood ging. Mijn kind leek er onrustig van te worden en in de war. Hoe ga ik hiermee om!”

Je kind, jezelf en de situatie begrijpen

De dood is een onderdeel van het leven, maar in onze cultuur vermijden of ontkennen we het vaak. Door de media lijkt de dood vaak verschrikkelijk en gewelddadig en daardoor onpersoonlijk. Zelfs als de dood een natuurlijk proces is zoals van oudere grootouders, gebeurt het vaak buitenshuis en worden kinderen vaak buitengesloten. Daardoor is het moeilijk voor kinderen om een gezond begrip en beeld te ontwikkelen. Praten over de dood, hoe moeilijk ook, is een belangrijk onderdeel van ouderschap, zodat je informatie, steun en rust kunt bieden. Het praten erover is ook een manier om uit te vinden wat je kinderen al weten en welke misverstanden er misschien zijn.

Suggesties:

  1. Probeer de dood en sterven niet te verstoppen voor kinderen. Geef kinderen toestemming om over dood en sterven te praten door het zelf ook te doen. Help hen te leren er deel van uit te maken door openlijk te praten over mensen die sterven, en moedig kinderen aan om met de stervende te praten. Bereid kinderen er op voor wat ze zullen aantreffen als ze de stervende bezoeken. Als bezoek niet is toegestaan, laat je kind dan bellen of kaarten en brieven sturen. Als iemand sterft, stuur dan je kind niet weg. Je kind heeft ook troost nodig.
  1. Als je iemand verliest die dichtbij je staat, verberg dan niet je verdriet voor je kinderen. Laat ze zien dat het in orde is om verdrietig te zijn.
  1. Sta kinderen toe betrokken te zijn bij alles wat er gebeurt na de dood van iemand, vooral als dat iemand was waar ze dichtbij staan, zodat ze het kunnen afsluiten. Dit zou kunnen zijn het bijwonen van de begrafenis, wake en/of herdenkingsbijeenkomst, een boom planten of een herinneringsdoos maken waar iedereen van kan genieten. Bereid kinderen voor wat ze zullen gaan zien en meemaken en laat henzelf kiezen of ze erbij willen zijn of niet. Laat ze helpen met het plannen van gedenkdagen voor de dode.
  1. Betrek de kinderen bij het organiseren van een gepaste herdenking en begrafenis als er een huisdier doodgaat. Gebruik dit als een gelegenheid om te praten over de dood als onderdeel van het leven. Moedig de kinderen aan om hun dankbaarheid te uiten voor de tijd die ze samen hadden.
  1. Als kinderen worden geconfronteerd met een gewelddadige dood, bespreek dan openlijk hun angst en bezorgdheid. Help hen de mogelijkheden te vinden die ze tot hun beschikking hebben, zodat ze zich niet zo kwetsbaar hoeven voelen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen zijn bidden, er over schrijven in een schrift, tekenen en praten met mensen zoals leerkrachten en vrienden.
  1. Verwacht niet dat je kinderen met één gesprek voldoende begrip krijgen over de dood. Kinderen van verschillende leeftijden hebben verschillende levenservaringen, dus het zou kunnen dat je het onderwerp regelmatig aan de orde laat komen. Sommige kinderen rouwen vijf minuten, terwijl anderen langer nodig hebben omdat ze angstig zijn over hun eigen sterfelijkheid of zich zorgen maken dat ze hun ouders kunnen verliezen en niemand meer hebben om voor hen te zorgen.
  1. Kinderen kunnen het heel letterlijk nemen, dus gebruik geen uitdrukkingen als hij ging slapen, hij verliet ons, we hebben hem verloren, hij werd ziek en stierf, hij stierf omdat hij oud is. Deze zinnen roepen allerlei fantasieën en angsten op over wat het betekent om dood te gaan.
  1. Leg uit dat verschillende mensen verschillende dingen geloven over de dood en wat er gebeurt als iemand dood gaat. Benadruk dat alle standpunten respect verdienen.
  2. Als iemand sterft die dichtbij je kinderen staat, zorg dan voor een goede balans door ook te praten over de fijne tijden en de goede herinneringen. Haal de foto’s van de persoon die is gestorven niet weg of doe niet alsof de persoon nooit heeft geleefd.

Plan vooruit om problemen in de toekomst te voorkomen

  1. Praat met kinderen over voorbereidingen voor natuurrampen die in je omgeving kunnen gebeuren. Verzeker je ervan dat ze bijvoorbeeld zijn voorbereid op brand, of een aardbeving of tornado door het plan dat jullie daarvoor hebben met ze te bespreken. Daardoor voelen ze zich minder kwetsbaar als ze weten wat ze moeten doen. Als kinderen zich zorgen maken over internationale gebeurtenissen die tot oorlog kunnen leiden, moedig hen dan aan om bijvoorbeeld brieven te schrijven naar de regering.
  1. Let op tekenen dat je kind rouwt over een verlies en wees voorbereid om te steunen en te troosten. Als je kind vraagt wanneer jij dood gaat, zeg dan dat je waarschijnlijk nog lang leeft en dat als er iets gebeurt er veel mensen zijn die van hem of haar houden en voor hem of haar zullen zorgen. Je mag ook zeggen dat je niet overal antwoorden op hebt.
  1. Als je kind zich schuldig voelt of denkt dat hij de oorzaak is van iemands dood, houdt dan het gesprek open. Luister en stel hem of haar gerust.
  1. Pas op met het vergelijken met kinderen die zijn overleden. Geen levend wezen kan concurreren met een ‘engel’.
  1. Moedig kinderen aan om plakboeken, fotoalbums of dagboeken te maken om hun gevoelens te uiten.
  1. Als je kind verlies heeft ervaren, onthoud dan dat rouwen tijd kost. Denk niet dat een keer pijn en zorg uiten of een plechtigheid bijwonen, genoeg is.

 

Vaardigheden die kinderen kunnen leren

Kinderen kunnen leren dat de dood een onderdeel is van het leven, en ze kunnen hun angsten voor de toekomst met hulp en moed onder ogen zien. Ze hebben veel persoonlijke mogelijkheden om met traumatische situaties om te gaan. Ze kunnen het leven ook meer op waarde schatten als ze weten dat de dood er onderdeel van is.

 

Tips voor ouders

  1. Kijk naar je eigen houding ten aanzien van dood en sterven.
  1. Deel je eigen gedachten en angsten over je sterfelijkheid.
  1. Verwelkom elke dag, wees dankbaar en deel dat met je kinderen.

 

Uit de praktijk:

Een klein meisje en haar zus stierven bij een auto-ongeluk. Haar klasgenoten hielden een klassenoverleg en werden uitgenodigd te vertellen over wat het kleine meisje voor hen had betekend. Iedere leerling kreeg de gelegenheid om een waardering te uiten voor het meisje dat gestorven was. Toen vroeg de leerkracht: “Wat houd je nu bezig?” Sommige waren bang om naar huis te gaan. De meesten hadden nog niet eerder met de dood te maken gehad en wisten niet wat ze moesten doen. Ze praatten samen en bedachten enkele voorstellen. Eén was om een telefooncirkel op te zetten zodat ze elkaar konden bellen, zelfs midden in de nacht. Ze kwamen met een lijst van mensen waar ze overdag mee konden praten. Ze hadden verschillende mensen waar ze mee konden praten tijdens de schooluren: de conciërge, de bibliothecaris, iemand van de overblijf, hulpverleners, leerkrachten, het hoofd van de school en elkaar. Afgesproken werd dat iedereen toestemming kreeg om te gaan praten wanneer ze voelden dat dat nodig was. Ze besloten om rondgeknipte foto’s van het meisje met een lintje eraan op te spelden en een week lang te dragen ter nagedachtenis aan haar. Ze plantten een boom die ze samen kochten en samen verzorgden als herinnering aan het meisje. De kinderen werden zo een voorbeeld voor de volwassenen, door de vele manieren die ze hadden bedacht om met rouw om te gaan.

Verlies en rouw
FacebookpinterestlinkedinmailFacebookpinterestlinkedinmail